Taekwondo is is een stijlvolle en veelzijdige Koreaanse verdedigingssport en betekent letterlijk “voet-vuist-technieken”, of, iets anders vertaald, “de weg van de voet en de vuist”. Het accent ligt hierbij op de voeten en de benen. Taekwondo is echter meer dan alleen een verdedigingssport. Je bouwt een sterk lichaam en een goede fysieke conditie op. Je zal zelfbeheersing en meer zelfvertrouwen krijgen. Een heel belangrijk kenmerk van taekwondo is discipline. Zelfbeheersing, discipline en hoffelijkheid. Drie kenmerken van taekwondo die tegelijkertijd het verschil aanduiden tussen sporter en vechter. Het is bij taekwondo niet de bedoeling dat een gevecht tussen twee spelers uitmondt in een strijd waarbij alles geoorloofd is. Daarom is het belangrijk dat je de taekwondo-technieken goed leert beheersen. Op die manier treed je je tegenstander met discipline en hoffelijkheid tegemoet. Een goede uitvoering vereist de nodige inspanningen en door de vele trainingen komen je geest en lichaam meer in evenwicht. Door het vele gebruik van je benen, zowel als je armen, krijg je een goede lichamelijke coördinatie. Taekwondo leent zich dan ook uitstekend voor het verbeteren van de lichamelijke conditie én het zelfvertrouwen. Iedereen kan de taekwondo-technieken leren en in de praktijk beoefenen
Trainen doe je in je eigen tempo, binnen je eigen mogelijkheden. Zo kan iedereen de verschillende taekwondo-technieken leren beheersen. Belangrijk is dat de lichamelijke conditie gelijke tred houdt met de vooruitgang in technieken. De trainingen worden aangepast aan het niveau dat je wilt bereiken. Het tempo waarin je taekwondo leert, bepaal je dus grotendeels zelf. In de onderdelen “stijlvormen” en “sparring” zijn er wedstrijden op verschillende niveaus, zodat je je al na korte tijd kunt inschrijven voor een toernooi. Je kunt ook deelnemen op recreatieve basis zonder mee te doen aan officiële kampioenschappen.
De belangrijkste onderdelen van de Taekwondo trainingen zijn:
Stijlfiguren
een soort van schijngevecht tegen denkbeeldige tegenstanders, waarbij in een vast patroon aanvals- en verdedigingstechnieken worden uitgevoerd.
Stapsparring:
een partneroefening, waarbij de een aanvalt en de ander verdedigt.
Zelfverdediging:
het zich verdedigen tegen o.a. stok- en mesaanvallen, tegen alle vormen van vastpakken, verwurgen en klemmen.
Breektesten:
het met een bepaalde techniek breken van voorwerpen. Dit spectaculaire onderdeel is geen doel op zich, maar een test of de techniek goed beheerst wordt.
Sparring:
een vrij gevecht tussen twee partners, waarbij het geenszins gaat om een knock-out, maar om het aantal punten, dat binnen een bepaalde tijd gescoord kan worden.
De eerste vier onderdelen worden vaak gerangschikt onder het begrip “traditioneel Taekwondo”. Het vijfde onderdeel, sparring, is het wedstrijdtaekwondo. Iedereen kan zich binnen zijn eigen mogelijkheden bekwamen in deze verschillende technieken.